Home Alles over frezen
Deel dit artikel

Alles over frezen

Frezen is een manier van verspaning waarbij materiaal verwijderd wordt door middel van een frees, een roterend gereedschap dat afhankelijk van de uitvoering zowel in radiale als axiale richting kan snijden. Door de vele typen en toepassingen is frezen een veelomvattend begrip. Voor al uw vragen over frezen (in metaal en kunststof) kunt u bij ons terecht. In onderstaand artikel leggen we u alles over frezen uit. Dormer Pramet is specialist in verspanende gereedschappen en heeft een uitgebreid assortiment aan frezen.

https://youtu.be/hr_NTg88SdE

Inhoudsopgave

1.   Keuze van de frees
   1.1   Relatie tussen aantal spaangroeven en stijfheid
   1.2   Zo groot mogelijke diameter
   1.3   Zo kort mogelijke uitsteeklengte
2.   Frezen en toepassingen
3.   Freesrichting
   3.1   Tegenlopend frezen
   3.2   Meelopend frezen
4.   Boren met een frees
5.   Frezen en toleranties
6.   Freeshouders
   6.1   Freeshouders voor frezen met aantrekdraad
   6.2   Freeshouders voor frezen met spanvlak (Weldon)
   6.3   Spantanghouder
   6.4   Freeshouder met opsteekdoorn voor mantelkopfrezen
7.  Typen frezen
   7.1   Spiebaanfrezen
   7.2   Vingerfrezen
   7.3   Ruwfrezen
      7.3.1   Voorruwfrezen of fijnruwfrezen
      7.3.2   Ruwfrezen toepassingen
   7.4   Radiusfrezen
8.  Slijtage en breuk
   8.1   Slijtage
   8.2   Breken van de frees
9.  Hoge voeding frezen
   9.1   Voordelen hoge voeding frezen
   9.2   Assortiment hoge voeding frezen
10.  Wat is trochoïdaal frezen?
   10.1   Achtergrond
   10.2   Hoe werkt trochoïdaal frezen?
   10.3   Subtypes bij trochoïdaal frezen
   10.4   Wanneer wordt trochoïdaal frezen toegepast?
   10.5   De voordelen van trochoïdaal frezen
   10.6   Zijn er ook nadelen?
   10.7   Vereisten bij de frees

1.    Keuze van de frees

Omdat spiebaanfrezen, vingerfrezen of profielfrezen via de schacht worden opgespannen, ontstaat er tijdens de bewerking altijd de neiging om door te buigen. Dit veroorzaakt namelijk een hogere slijtage van de frees, onnauwkeurigheid in de maatvoering van het te bewerken product en een slechtere oppervlaktekwaliteit. Om doorbuigen te voorkomen moet bij de keuze van de frees altijd rekening worden gehouden met de volgende factoren:

  • De stijfheid van de frees (afhankelijk van het aantal snijkanten)
  • Zo groot mogelijke diameter
  • Zo kort mogelijke uitsteeklengte (afhankelijk van de bewerking)

1.1 Relatie tussen aantal spaangroeven en stijfheid

Tweesnijders hebben een grote spaanruimte die de afvoer van de spanen makkelijker maakt. Hierdoor is het mogelijk is om behoorlijk zwaar te verspanen. Driesnijders hebben bijna dezelfde ruimte voor de spaan als een tweesnijder. Echter is de kern hierbij groter. Hierdoor verkrijgt de frees een stijfheid die praktisch gelijk is aan een die van een viersnijder. Viersnijders (meersnijders) hebben de grootste kern en daardoor ook de grootste stijfheid. De spaanafvoer wordt hier echter door benadeeld.

Bovenstaande afbeeldingen tonen de verhouding tussen de spaanruimte en het aantal tanden van een frees van 10 mm.

1.2 Zo groot mogelijke diameter

Hoe groter de diameter van de frees is, des ter sterker is hij en meer bestand tegen doorbuigen.

1.3 Zo kort mogelijke uitsteeklengte

Hoe verder de frees uitsteekt uit de houder, hoe meer hij kan doorbuigen. Kies daarom de kortst mogelijke frees die voor de bewerking bruikbaar is.

2.    Frezen en toepassingen

Bij frezen voor groef- en/of kopfrezen zit het grote verschil in de aansnijding op de kop van de frees. Bij spiebaanfrezen (tweesnijders) en universeelfrezen (driesnijders) is het normaal dat één snijkant tot over het centrum snijdt of dat de geometrie zo is aangepast dat de frees ook borend gebruikt kan worden. Inmiddels worden er voor het gebruik in CNC-bewerkingscentra ook meerdere typen vingerfrezen vervaardigd die borend werken.
De keuze tussen een twee-, drie- of viersnijder hangt dan ook mede af van de bewerking.

Voeding

f = voeding per tand (fz) x aantal tanden (z) x toerental (n)

Voor lange en extra lange frezen dient men de voeding te halveren.

Bij frezen die kopsnijdend zijn en waarmee borend gewerkt wordt, dient men een voeding per omwenteling aan te houden. Dit is gelijk aan de langsvoeding van één tand.

3.    Freesrichting

3.1 Tegenlopend frezen

Bij tegenlopend frezen staat de voeding haaks op de snijkant van de freestand. De voeding van het werkstuk en de verspaningskrachten elimineren een eventuele speling tussen de leispindel en de opspantafel. Deze wijze van verspanen voorkomt het kruipen en uitbreken van de tanden. Het is de enige juiste manier om op conventionele freesbanken te verspanen. Dit systeem is echter niet geheel probleemloos. Omdat de tand het werkstuk binnen moet treden op het punt waar het deel van de spaan op zijn dunst is, gaat deze eerst glijden en drukken. De sterke wrijving die hierdoor ontstaat, zal de standtijd van de snijkant fors inkorten. Wanneer de tand het materiaal induikt, zal de spaan in dikte progressief toenemen en zich moeilijk van het materiaal laten scheiden. Daarnaast zal de verticale kracht die ontstaat, proberen het materiaal op te lichten.

3.2 Meelopend frezen

Bij meelopend frezen worden de problemen van tegenlopend frezen vermeden. De tand doet namelijk zijn intrede op het moment waarop de spaan het dikst is. De verticale stuwdruk is hier bovendien naar beneden gericht, waardoor het werkstuk goed in positie wordt gehouden. Deze manier van werken is fundamenteel voor het frezen van dun materiaal. Belangrijk is echter wel dat hier wordt gewerkt met een machine met automatische spelingcompensatie, wat standaard is op CNC-machines. Indien er speling in de tafel zit, wordt de voeding door de verticale kracht verhoogd, wat tot uitbrokkeling van de tanden kan leiden.

Voordelen

  • Minder vermogen nodig om te frezen
  • Hogere snijsnelheden en voedingen
  • Betere koeling tijdens de bewerking
  • Gladder oppervlaktebeeld
  • Langere standtijd

Nadeel

  • De machine moet stabiel zijn en beslist geen speling op de as van de tafel hebben

4.    Boren met een frees

Wanneer voor de bewerking met een frees geboord moet worden, staat de keuze van het aantal spaangroeven in relatie tot de snedediepte. Tweesnijders zijn minder stijf maar hebben een goede spaanafvoer. Driesnijders hebben de neiging om van het centrum af te wijken maar door hun hogere stijfheid is het resultaat van de boring overeenkomstig met het gebruik van een viersnijder. Omdat er problemen met de spaanafvoer ontstaan, kunnen viersnijders beter niet gebruikt worden voor diepe gaten.

Op moderne CNC-machines worden met omlopend frezen uiterst nauwkeurig spiebanen gefreesd met ondermaatse frezen zoals 4,8 – 9,7, enz. De freesdiameter is hierbij niet meer bepalend voor de breedte van de spiebaan. Deze wordt namelijk bepaald door de besturing van de machine.

Omlopend frezen met een ondermaatse spiebaanfrees

5.    Frezen en toleranties

Spiebaan- en universeelfrezen worden normaal gesproken vervaardigd met een tolerantie van e8. De tussenliggende ondermaatse frezen zoals 4,8 – 9,7, enz. worden vervaardigd met een tolerantie van h10. Dormer Pramet vingerfrezen worden hoofdzakelijk vervaardigd met een tolerantie van k10. Ruwfrezen hebben daarentegen een tolerantie van k12.

Tolerantievoorbeelden

µm = 0.001 mm

TolerantieDiam. (mm)
 > 3 = 6> 6 = 10> 10 = 18> 18 = 30> 30 = 50
Tolerantiewaarden (µm)
e8-20 / -38-25 / -47-32 / -59-40 / -73-50 / -89
h60 / -80 / -90 / -110 / -130 / -16
h100 / -480 / -580 / -700 / -840 / -100
k10+48 / 0+58 / 0+70 / 0+84 / 0+100 / 0
k12+120 / 0+150 / 0+180 / 0+210 / 0+250 / 0
js14+/- 150+/- 180+/- 215+/- 260+/- 310
p9-12 / -42-15 / -51-18 / -61-22 / -74-26 / -86

6.    Freeshouders

Om de frees op te spannen in de spindel van de machine is een gereedschapshouder nodig. Afhankelijk van het soort frees (frees met een schacht of frees met een boring) dient de juiste keuze gemaakt te worden. Hieronder volgt een beknopt overzicht dat vooral gericht is op conventioneel frezen. Het verdient aanbeveling om een houder te kiezen die beantwoord aan de gewenste nauwkeurigheid van het werk.

6.1 Freeshouders voor frezen met aantrekdraad 

Fastloc of Clarkson freeshouders behoren inmiddels tot het verleden. Men doet er veel verstandiger aan om te kiezen voor houders met ER spantangen of Weldon opname.

6.2 Freeshouders voor frezen met spanvlak (Weldon) 

“Weldon” freeshouders worden gefabriceerd voor frezen met spanvlak. De opname van de houder en de schacht van de frees hebben bijzonder enge toleranties waardoor er een uitstekende rondloopnauwkeurigheid ontstaat. Deze precisie is van grote invloed op de standtijd van het gereedschap. Verbeteringen van zo’n 30% ten opzichte van eerdergenoemde houders (Fastloc) zijn niet uitgesloten.

6.3 Spantanghouder

Een spantanghouder is een breed inzetbaar spanmiddel. De nauwkeurigheid is gemiddeld en kan door keuze van een precisiespantang redelijk goed worden. Voordeel van de spantanghouder is dat er niet alleen frezen in kunnen worden gespannen maar in feite alle gereedschappen met een cilindrische schacht.

6.4 Freeshouder met opsteekdoorn voor mantelkopfrezen

7.    Typen frezen

7.1 Spiebaanfrezen

Bij spiebaanfrezen in normaal materiaal beïnvloedt de spaanafvoer sterk de bewerking. Normaal gesproken zou men een tweesnijder gebruiken, maar omdat de driesnijder door zijn stijfheid en spaanvolume een langere standtijd en een betere bewerking geeft, is het gebruik van een driesnijder aan te raden. Waar bij tweesnijders de rondloop onrustig kan zijn, zal bij het gebruik van een driesnijder de bewerking veel rustiger verlopen omdat de tanden continu met het materiaal in aanraking zijn. Gezien de voeding bij frezen meestal per tand wordt opgegeven, kan men bij gebruik van een driesnijder de voeding dus ook verhogen. Doordat de frezen voor een goede werking zijn voorzien van een spiraal, verkrijgt men bij het gebruik van een tweesnijder een lichte afwijking van de spiebaan. Door het gebruik van een driesnijder wordt deze afwijking gehalveerd. 

Spiebaan vervaardigd met tweesnijder of met een driesnijder 

Relatie tussen het aantal tanden en de snedediepte

ApAantal spaangroeven
– 0,25 D3 – 4
0,25 + 0,50 D2 – 3
0,50 D+ 

7.2 Vingerfrezen

Wanneer de spanen bij de afvoer flink de ruimte hebben, zoals bij omtrekfrezen of contourfrezen, kan de productiviteit aanzienlijk worden verhoogd door een frees met een groot aantal snijkanten te gebruiken. Het gebruik van een drie- of viersnijder is afhankelijk van de diepte van de snede en de gewenste oppervlaktekwaliteit.

Relatie tussen het aantal tanden en de snedediepte

(Ap x D) x (Ae x D) aantal tanden

-0,15 D² 3 – 4 tanden

0,15 D² + 0,45 D² 3 tanden

7.3 Ruwfrezen

Ruwfrezen worden onderverdeeld in voorruwfrezen en fijnruwfrezen. Door de vertanding wordt de brede spaan verdeeld in verschillende kleine spaantjes. Frezen met vertanding zijn daarom geschikt voor het zwaardere freeswerk. De verspaningscapaciteit is groter dan van frezen zonder vertanding. Daar staat tegenover dat men een minder glad oppervlak verkrijgt.

Fijnruw type NF (met afgeplatte toppen)

Voorruw type NR  (met ronde toppen)

7.3.1 Voorruwfrezen of fijnruwfrezen

Voorruwfrezen worden gebruikt voor het snel verwijderen van materiaal, waarbij de kwaliteit van het oppervlak minder belangrijk is. Fijnruwfrezen geven naast een hogere verspaningscapaciteit ook nog een redelijk oppervlaktebeeld, waardoor de fijnruwfrees nog weleens voor voorbewerking en eindbewerking wordt gebruikt.

Frezen met ruwvertanding vragen doordat ze de spanen opdelen een nauwkeurige concentriciteit en aanzienlijk minder vermogen.

Het naslijpen van frezen met vertanding dient alleen op het spaanvlak te gebeuren.

Extra fijne ruw type HR (fijner ruwprofiel dan de NR-uitvoering)

Fijne ruw type FS (grotere vlakke toppen voor een gladder oppervlak)

7.3.2 Ruwfrezen toepassingen

Schroefvormig langs de mantel geslepen golftand, met grove spoed. Geschikt voor het met hoog spaanvolume frezen van staal en non-ferromaterialen met een treksterkte tot 800 N/mm2.

Schroefvormig langs de mantel geslepen golftand, met fijne spoed. Geschikt voor het met hoog spaanvolume frezen van hoog gelegeerde staalsoorten en non-ferromaterialen met een treksterkte > 800 N/mm2.

Schroefvormig langs de mantel geslepen traptand, met fijne spoed. Geschikt voor het met hoog spaanvolume frezen van lichte materialen en voor het ruwfrezen met gladder oppervlakte van staal en non-ferromaterialen.

Schroefvormig langs de mantel geslepen traptand, met grove spoed. Is voor dezelfde toepassing geschikt als de NR, echter met minder spaanvolume. De oppervlaktekwaliteit is gladder, wat echter niet in die mate het geval is bij (gladde) frezen zonder spaanbreker.

Dormer heeft twee types ruwfrezen geïntroduceerd, met een asymmetrische spaanbreker:

Een schroefvormig langs de mantel geslepen asymmetrische golftand, met fijne spoed. Voor eenzelfde toepassing als het HR type, de asymmetrie van de golftand verminderd trilling en verhoogt de levensduur.

Een schroefvormig langs de mantel geslepen asymmetrische golftand, met grove spoed. Voor eenzelfde toepassing als het NR type de asymmetrie van de golftand verminderd trilling en verhoogt de levensduur.

7.4 Radiusfrezen

Een radiusfrees, ook wel bekend als oliegroeffrees, heeft een halfronde top. Radiusfrezen worden veelal gebruikt bij het bewerken van matrijzen, mallen en werkstukken met complexe oppervlakten, bijvoorbeeld in de auto-industrie, ruimtevaartindustrie en matrijs- en vormenbouw.

De effectieve diameter is de belangrijkste factor die bij de berekening van de vereiste snijsnelheid wordt gebruikt. De effectieve diameter wordt gedefinieerd als daadwerkelijke diameter van de frees bij een bepaalde snedediepte, dus de diameter aan de punt waar de frees het materiaal mee raakt. Gezien bij radiusfrezen door de radius aan de top van de frees bijzonder weinig spaanruimte overblijft, verdient het bij diepere bewerkingen de aanbeveling om het werkstuk voor te bewerken met een spiebaan- of vingerfrees. Zonder voorbewerking bestaat de mogelijkheid dat de spaangroeven verstopt raken en de frees breekt.

Toepassing van radiusfrees in het produceren van een persvorm

8.    Slijtage en breuk

8.1 Slijtage

De frees moet geslepen worden, als één van de volgende zaken zich voordoet tijdens het frezen:

  • Verslechtering van de oppervlaktegesteldheid
  • Het kleiner worden van de spaan
  • Een hogere resonantie

De volgende beschadigingen kunnen zich voordoen:

  • Slijtage aan de vrijloop
  • Slijtage aan de snijkant
  • Uitbrokkeling 

Slijtage aan de snijkanten en uitbrokkeling wordt normaal gesproken veroorzaakt door het gebruik van te hoge voedingen en snijsnelheden.

Wanneer de slijtage aan de vrijloop breder wordt dan 0,2 – 0,25 mm (voor ruwfrezen 0,4 – 0,5 mm) zal de frees geslepen moeten worden.

Wanneer de frees goed geslepen is, doen de prestaties niet onder voor een nieuwe.

8.2 Breken van de frees

Wanneer met een botte frees doorgewerkt wordt, is de kans op breuk aanzienlijk. Toch kan een frees ook breken wanneer er met een te lage voeding of snedediepte wordt gewerkt. In dat geval heeft de frees moeite om in het materiaal te dringen. Deze zal vervolgens de neiging hebben om over het materiaal te schrapen (in de volksmond wordt dit ‘poetsen’ genoemd). In dat geval zal de frees continu radiaal doorbuigen waarbij het gereedschap een kort leven beschoren zal zijn. Door het buigen zal vermoeidheid in het materiaal ontstaan waarna het gereedschap breekt. Deze breuk is eenvoudig te herkennen omdat de frees recht afbreekt.

9.      Hoge voeding frezen

Het toepassen van hoge voeding frezen kan uw bewerkingstijden aanzienlijk verkorten. U kunt hiermee vlakfrezen, hoekfrezen, insteekfrezen, sleuffrezen, hellingfrezen, profielfrezen, circulair infrezen en kamers openen. De range van hoge voeding frezen is verkrijgbaar in de diameters 6 mm t/m 175 mm. Het voedingsbereik varieert van 0,4 mm t/m 3 mm per tand.

9.1 Voordelen toepassen hoge voeding frezen

  • Een toename van de productiviteit. Hoge voeding frezen hebben een hoger verspanend volume. Materiaal wordt hierdoor tot drie keer sneller verwijderd dan met conventionele methoden.
  • Een aanzienlijke reductie in uw bewerkingskosten. De cyclustijd, de tijd tussen het begin van een ronde en het begin van de volgende ronde, wordt minstens gehalveerd.
  • Lagere snijkrachten
  • Een verbeterde levensduur van het materieel.

9.2 Assortiment Hoge voeding frezen 

Om u alvast een idee te geven, zullen wij ons assortiment hoge voeding frezen hieronder doornemen. U kunt natuurlijk ook altijd onze catalogus downloaden of een gedrukt exemplaar aanvragen.

  • SBN10
  • Penta HF
  • Feed ZD
  • Force AD
  • Multiside AD
  • S536

Freestype SBN10

De SBN10 frezen zijn hoge voeding frezen met BNGX wisselplaten. U kunt hiermee vlakfrezen, hoekfrezen, circulair infrezen, insteekfrezen, hellingfrezen, profielfrezen, sleuffrezen en kamers openen.

Andere kenmerken:

  • Diameters van 16 t/m 42 mm.
  • Drie opnames: cilindrisch, modulair en opsteek.
  • Drie geometrieën geschikt voor een breed scala aan materialen. Staal en gietijzer (M), roestvrijstaal en superlegeringen (MM) en gehard staal; (HM).
  • Vier snijkanten per wisselplaat (BNGX).
  • Speciaal koelkanaal ontwerp in de frezen.
  • ANHX wisselplaten voor nabewerking.

Bekijk freestype SBN10 in onze webshop.

Freestype Penta HF

De Penta HF is een hoge voeding frees voorzien van PD09 wisselplaten. U kunt hiermee vlakfrezen, hoekfrezen, hellingfrezen, sleuffrezen, circulair infrezen, insteekfrezen, profielfrezen en kamers openen.

Andere producteigenschappen:

  • Diameters van 32 t/m 140 mm
  • Twee opnames: cilindrisch en opsteek
  • Verminderde snijkrachten door de combinatie van instelhoek en geometrie
  • PD09 wisselplaten met 5 snijkanten
  • PDKT en PDMW wisselplaten met R3.0 om langs verticale wanden te werken zonder de voeding te verminderen
  • Koeling direct op de snijkant door interne koelkanalen

Bekijk de wisselplaatfrezen voor hoge voedingsfrezen.

Freestype Feed ZD

De Feed ZD zijn standaard hoge voeding frezen voorzien van ZD wisselplaten. U kunt hiermee vlakfrezen, hoekfrezen, sleuffrezen, circulair infrezen, insteekfrezen, hellingfrezen, profielfrezen en kamers frezen.

Andere producteigenschappen:

  • Diameters van 16 t/m 80 mm.
  • Vier opnames: cilindrisch, modulair, weldon en opsteek.
  • Verminderde snijkrachten door de combinatie van de instelhoek en geometrie.
  • ZD wisselplaten met 4 snijkanten.
  • Koeling direct op de snijkant door interne koelkanalen.

Bekijk de wisselplaatfrezen voor hoge voedingsfrezen.

Freestype Force AD

De Force AD zijn standaard hoge voeding frezen met ADEX HF wisselplaten. U kunt hiermee vlakfrezen, hellingfrezen en uitsparingen openen.

Andere producteigenschappen:

  • Diameters van 10 t/m 175 mm en 3 afmetingen wisselplaten.
  • Vier opnames: cilindrisch, modulair, weldon en opsteek.
  • Verminderde snijkrachten door de combinatie van de instelhoek en geometrie.
  • AD wisselplaten met 2 snijkanten.
  • Koeling direct op de snijkant door interne koelkanalen.
  • ADMX hoekradius wisselplaten voor de nabewerking van verticale wanden, uitsparingen, en profielen.

Bekijk de wisselplaatfrezen voor hoge voedingsfrezen.

Freestype Multiside AD

De Multiside AD frezen hebben meer snijtanden door toepassing van het Sidelock ™ klemsysteem voor hogere tafelvoedingen en een betere spaanafvoer. U kunt hiermee vlakfrezen, hoekfrezen, hellingfrezen, profielfrezen, sleuffrezen en kamers openen.

Andere producteigenschappen:

  • Diameters van 25 t/m 80 mm
  • Drie opnames: cilindrisch, modulair en opsteek
  • Verminderde snijkrachten door de combinatie van de instelhoek en geometrie
  • AD wisselplaten met 2 snijkanten
  • Wisselplaten met max. R6.0 om langs verticale wanden te bewerken
  • Koeling direct op de snijkant door koelkanaal in de schroef

S536 volhardmetaal frees

De S536 frees is uitermate geschikt voor het bewerken van geharde staalsoorten. U kunt hiermee vlakfrezen, circulair infrezen en uitsparingen openen.

Andere producteigenschappen:

  • Diameters van 6 t/m 12 mm met 4 – 6 tanden.
  • Eén opname: cilindrisch.
  • Verminderde snijkrachten door de combinatie van de instelhoek en geometrie.
  • Speciale TiSiN-coating voor snelle verspaning van harde materialen met verminderde of geen smering.

Bekijk de S536 volhardmetaal frees.

10.      Wat is trochoïdaal frezen?

Trochoïdaal frezen is een vrije nieuwe freesstrategie. Het is er echter eentje die wel steeds vaker in Nederland wordt gebruikt. En met goede reden: het is een efficiënte bewerkingsstrategie. In korte tijd wordt er veel materiaal verwijderd zonder dat er sprake is van kwaliteitsverlies. Hoe dit mogelijk is? Dat en meer leest u in dit hoofdstuk.

10.1 Achtergrond

Eerst nog even voor de beeldvorming: het woord trochoïdaal komt van het Griekse “Trochos”. Dit betekent wiel. Neem een willekeurig gekozen punt op een wiel dat in beweging is. U zult zien dat deze een kromme beschrijft. Deze kromme – of trochoïde – vormt de basis van het freespad bij trochoïdaal frezen.

Andere termen die gehanteerd worden zijn wervelfrezen, tuimelfrezen, adaptief frezen en Wave Miling. Maar in dit artikel wordt trochoïdaal frezen aangehouden.

10.2 Hoe werkt trochoïdaal frezen?

Allereerst de technische details. Bij trochoïdaal frezen wordt een cirkelvormig freespad gecombineerd met een voorwaartse beweging. Dit heeft een gunstige invloed op de verspaningskrachten. 

De frees wordt geprogrammeerd om steeds in- en uit te treden. Er wordt hierbij gewerkt met een kleinere snedebreedte (Ae). Tegelijkertijd wordt wel de complete snijlengte van de frees gebruikt. Hierdoor worden de krachten bij het verspaningsproces sterk gereduceerd en ook beter verdeeld. Resultaat: meer verspanend volume en minder slijtage.

10.3 Subtypes bij trochoïdaal frezen

Er zijn drie verschillende strategieën te onderscheiden bij trochoïdaal frezen. Hieronder vindt u deze op een rijtje. 

Statisch 

Dit is de meest eenvoudige trochoïdale strategie. Deze komt in de vorm van een cirkel of ellips. De effectieve verspaantijd is hierbij goed. De vereiste CAM dynamiek is laag. 

Dynamisch

Bij deze strategie beweegt de frees zich in ijlgang lineair tussen uit- en intreden. Dit vereist van de machine meer dynamiek dan bij statisch gebruik. De effectieve verspaantijd is hier redelijk goed en de vereiste CAM dynamiek is gemiddeld.

Pendelend

De frees treedt direct na het uittreden opnieuw in aan dezelfde kant. Het betreft hier dus een pendelende op-en-neer beweging. De frees is op deze manier bijna continu in snede. De effectieve verspaantijd is hier erg goed en de vereiste CAM dynamiek is hoog.

10.4 Wanneer wordt trochoïdaal frezen toegepast?

In principe wordt deze strategie vooral toegepast bij het maken van sleuven. Dit is ter vervanging van het traditionele sleuffrezen of plungen. 

Trochoïdale frezen kunnen echter ook geprogrammeerd worden bij een dynamisch freesprogramma. U kunt denken aan een situatie waarbij u ingesloten holtes of uitsparingen wilt frezen.

Ontwikkelingen op de markt

De industrie is continu in ontwikkeling. Er zullen dus ook steeds nieuwe toepassingen en functies komen. Bij het epicyclodiaal frezen wordt bijvoorbeeld een secundair pad geprogrammeerd naast het primaire trochoïdale pad. Daarvoor is wel een geavanceerde programmering nodig omdat dit erg complex is.

10.5 De voordelen van trochoïdaal frezen

Het grote voordeel van deze freesmethode is een sterke toename van de productiviteit. Dit komt onder andere door:

  • een verkorte bewerkingstijd door hoger verspanend volume
  • lagere gereedschapskosten (gelijkmatige slijtage zorgt voor een langere standtijd van gereedschap)
  • verminderde trillingen
  • hogere proceszekerheid
  • axiale snedediepte tot 2xD mogelijk
  • meerdere toepassingen met dezelfde freesdiameter
  • lagere spilbelasting
  • semi-nafrezen is niet meer nodig

10.6 Zijn er ook nadelen? 

Nadeel is een groot woord. Maar er zijn wel een aantal zaken waarop gelet moet worden bij trochoïdaal frezen.

  • Er is gespecialiseerde CAM-programmering nodig
  • Er is een CNC-machine nodig die de dynamiek van de frezen aankan
  • Er wordt meer vermogen vereist van de machine

10.7 Vereisten bij de frees

De frees zelf hoeft geen speciale kenmerken te hebben. Het heeft wel de voorkeur om voldoende snijkanten te hebben. Op die manier wordt de gewenste productiviteit behaald. 

Frezen van Dormer Pramet die hier onder andere geschikt voor zijn: de S525S526 en de S766.

https://youtu.be/o9Xsvi8ZToE

Terug naar overzicht